Signaal- en waarschuwingsberichten
Signaal- en waarschuwingsberichten
Signaal- en waarschuwingsberichten worden tijdelijk weergegeven. Mogelijk moet de gebruiker het bericht bevestigen door op (Selecteren) te drukken om door te gaan, of door op (Taak annuleren) te drukken om de afdruktaak te annuleren. Bij bepaalde waarschuwingen wordt de taak mogelijk niet volledig uitgevoerd of is de afdrukkwaliteit niet goed. Als het signaal- en waarschuwingsbericht betrekking heeft op afdrukken en de functie Automatisch doorgaan is ingeschakeld, probeert de printer de afdruktaak te hervatten wanneer de waarschuwing gedurende 10 seconden op het scherm wordt weergegeven zonder dat u hebt bevestigd.
Bedieningspaneelbericht | Omschrijving | Aanbevolen actie | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
10.000x Toebehorenfout | E-etiket kan niet worden gelezen of printcartridge is niet goed geïnstalleerd. |
| ||||||
Ander formaat in lade 1 wisselt af met Plaats [SIZE] Druk op | Het papier dat is gebruikt voor de afdruktaak komt niet overeen met het verwachte formaat. | Plaats het opgegeven papiertype en papierformaat in de lade zoals aangegeven. | ||||||
Ander formaat in lade 2 wisselt af met Plaats [SIZE] Druk op | Het papier dat is gebruikt voor de afdruktaak komt niet overeen met het verwachte formaat. | Plaats het opgegeven papiertype en papierformaat in de lade zoals aangegeven. | ||||||
Ander formaat in lade 3 wisselt af met Plaats [SIZE] Druk op | Het papier dat is gebruikt voor de afdruktaak komt niet overeen met het verwachte formaat. | Plaats het opgegeven papiertype en papierformaat in de lade zoals aangegeven. | ||||||
Apparaatfout Druk op | Er is een interne fout opgetreden in de printer. | Druk op (Selecteren) om de taak te hervatten. | ||||||
Communicatie- fout | Er is een interne communicatiefout opgetreden in de printer. | Dit is alleen maar een waarschuwing. Mogelijk wordt de uitvoer van de taak echter beïnvloed. | ||||||
Deur open | De klep van de printer staat open. | De klep moet worden gesloten voordat het afdrukken kan doorgaan. | ||||||
Drukfout Druk op | De afgedrukte pagina’s zijn niet juist op het papier geplaatst. | Druk op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel om door te gaan. | ||||||
Eén geheugen- kaart tegelijk | Er is meer dan één geheugenkaart ingebracht. | Verwijder alle geheugenkaarten behalve de laatste. | ||||||
Foto’s niet gevonden | U hebt een afbeelding geselecteerd die is verwijderd. De afbeelding die op het druppelvel is gemarkeerd, is verwijderd. De geheugenkaart is uit de kaartsleuf verwijderd. | Plaats de kaart weer in de sleuf en selecteer de afbeelding opnieuw. | ||||||
Fototaak in rij | U hebt een tweede fototaak gestart voordat de eerste is voltooid. | Er is geen actie nodig. Het bericht verdwijnt zodra de eerste taak is voltooid. | ||||||
Geheugenkaart verkeerd om | De geheugenkaart is achterstevoren in de kaartsleuf geplaatst. | Verwijder de kaart, draai de kaart om en plaats deze weer in de sleuf. | ||||||
Handm. invoer Druk op wisselt af met Plaats lade 1 [TYPE] [SIZE] | De printer wacht op papier in de opgegeven lade. | Plaats het papier zoals aangegeven. | ||||||
Laad papier | Het papier is op. | Plaats het papier. | ||||||
Motorfout Druk op | Er is een interne fout opgetreden in de printer. | Druk op om de taak te hervatten. | ||||||
Niet-ondersteund geheugenkaart | Het kaarttype dat u hebt geplaatst, wordt niet ondersteund. | Plaats een kaart die wordt ondersteund. | ||||||
Niet-toegestaan geel Niet-toegestaan magenta Niet-toegestaan cyaan Niet-toegestaan zwart | U hebt een onderdeel geïnstalleerd van een ander merk dan HP. Een van de vier onderstaande berichten wordt weergegeven tot er een onderdeel van HP is geplaatst of tot u op (Selecteren) drukt. | Wanneer u denkt een onderdeel van HP te hebben aangeschaft, belt u de Fraude-hotline van HP op 1-877-219-3183. Service of reparatie als resultaat van het gebruik van onderdelen van een ander merk dan HP valt niet onder de garantie van HP. Druk op (Selecteren). | ||||||
Onbekende fout geheugenkaart | Er is een probleem met de geheugenkaart of de geheugenkaartlezer van de printer. | Verwijder de kaart en plaats deze weer in de sleuf. Als het probleem blijft bestaan, plaatst u een andere kaart. Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met de klantenondersteuning van HP. Zie Klantenondersteuning van HP of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van de printer. | ||||||
Ong. stuurpr. Druk op | U gebruikt een onjuiste printerdriver. | Selecteer opnieuw de juiste printerdriver voor uw printer. | ||||||
Onvold. geheugen Druk op | Het printergeheugen is bijna vol. | Wacht tot de taak is voltooid of druk op de knop (Selecteren) om de taak te annuleren. Verdeel de taak in kleinere taken met minder pagina’s. | ||||||
Pag. te complex Druk op | De pagina is te ingewikkeld. De printer kan de pagina niet verwerken. | Druk op de knop (Selecteren) om opnieuw te proberen de pagina af te drukken. In het geval van meerdere afdruktaken moet u de pagina’s apart afdrukken. | ||||||
Pakt papier niet Druk op | De afdrukmotor kan een vel afdrukmateriaal niet invoeren. | Controleer of het afdrukmateriaal in lade 1 ver genoeg in de lade is geplaatst. Controleer of de papiergeleider voor de lengte in lade 2 of optionele lade 3 zich in de juiste stand bevindt voor het papierformaat dat u gebruikt. Plaats het afdrukmateriaal opnieuw in de invoerlade en druk op (Selecteren) om door te gaan met afdrukken. Als het probleem blijft bestaan, neemt u contact op met de klantenondersteuning van HP. Zie Klantenondersteuning van HP of de ondersteuningsbrochure in de verpakking van de printer. | ||||||
Plaats geheugenkaart | Er bevindt zich geen kaart in de geheugensleuf of de kaart is niet volledig in de sleuf geschoven. | Plaats een kaart of controleer of de kaart volledig in de sleuf is geschoven. | ||||||
Plaats lade X [TYPE] [SIZE] | De printer is bezig met het verwerken van de taak, maar de aangegeven lade is leeg of bevat niet de benodigde afdrukmaterialen. | Plaats het opgegeven papiertype en papierformaat in de lade zoals op het bedieningspaneel is aangegeven. | ||||||
Plaats lade X Druk op | De printer heeft de eerste pagina van een dubbelzijdige afdruktaak verwerkt en vraagt de gebruiker nu papier te plaatsen voor de tweede pagina. | Plaats de afgedrukte pagina uit de uitvoerbak in de lade zoals aangegeven op het bedieningspaneel. | ||||||
Storing in cartridgegebied wisselt af met Verhelp storing. Druk op | Er is een papierstoring opgetreden in het cartridgegebied. | Open de klep en verwijder het vastgelopen papier. Druk vervolgens op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel. | ||||||
Storing in lade 1 wisselt af met Verhelp storing. Druk op | Er is een papierstoring opgetreden in Lade 1. | Verwijder het vastgelopen papier en druk vervolgens op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel. | ||||||
Storing in lade 2 wisselt af met Verhelp storing. Druk op | Er is een papierstoring opgetreden in Lade 2. | Verwijder het vastgelopen papier en druk vervolgens op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel. | ||||||
Storing in lade 3 wisselt af met Verhelp storing. Druk op | Er is een papierstoring opgetreden in Lade 3. | Verwijder het vastgelopen papier en druk vervolgens op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel. | ||||||
Storing in papierbaan wisselt af met Verhelp storing. Druk op | Er is een papierstoring opgetreden in de papierbaan. | Open de klep en verwijder het vastgelopen papier. Druk vervolgens op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel. | ||||||
Storing in uitvoerbak wisselt af met Verhelp storing. Druk op | Er is een papierstoring opgetreden in de uitvoerbak. | Open de klep en verwijder het vastgelopen papier. Druk vervolgens op de knop (Selecteren) op het bedieningspaneel. | ||||||
Verv. toebehoren Negeer in gebr. | Een van de benodigdheden is bijna leeg. Het gebruik van de functie voor negeren kan leiden tot een onbevredigende afdrukkwaliteit. | Vervang de bijna lege cartridge. |